Een stuitligging is een afwijking in de ligging van de baby tijdens de zwangerschap. Normaal gesproken moet de baby tegen het einde van de zwangerschap met het hoofdje naar beneden liggen. Bij een stuitligging is dat niet het geval: het hoofdje van de baby bevindt zich bovenin de baarmoeder en hij ligt met het kontje, oftewel de stuit, naar beneden. Na de 35e week van de zwangerschap komt een stuitligging in drie tot zeven procent van de gevallen voor. Voor die periode is dat percentage hoger; de baby draait zelf vaak tegen het einde van de zwangerschap om zo een comfortabele positie in te nemen voor de bevalling.
Tegen het einde van de zwangerschap kan de baby nog moeilijk draaien vanwege een gebrek aan ruimte. Als je baby in een stuitligging ligt, kan er in een daarvoor gespecialiseerd ziekenhuis besloten worden om de baby van buitenaf te draaien, zodat hij in de juiste positie komt te liggen. Ongeveer in de helft van de gevallen blijkt dat succesvol te zijn.
De reden van een stuitligging is niet echt bekend. Wel is het zo dat het vaker voorkomt bij een vroeggeboorte. De baby heeft dan zelf nog niet de kans gekregen om te draaien, simpel vanwege een gebrek aan tijd. Daarnaast blijkt een stuitligging vaker voor te komen bij vrouwen die zwanger zijn van een meerling, als er sprake is van een afwijking in de vorm van het bekken of de baarmoeder, als de placenta aan de voorkant ligt, als de navelstreng kort is en als er sprake is van een aangeboren afwijking van de baby (zoals een te groot of te klein hoofd).
Als je baby in een stuitligging ligt, zal de bevalling altijd plaats moeten vinden in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog. Een reguliere vaginale bevalling is zeker mogelijk. In sommige gevallen wordt er echter besloten om over te gaan tot een keizersnede. De gynaecoloog zal samen met jou en je partner afwegen wat de beste oplossing is. Wel zijn er bepaalde voorwaarden verbonden aan een gewone bevalling. Zo moet er bij een eventuele vorige bevalling geen sprake zijn geweest van een moeizame vacuüm- of tangverlossing, moet het gewicht van de baby niet te hoog liggen en zijn hoofdje voorover liggen. Daarnaast moet het kind enigszins ingedaald zijn en moeten de ontsluiting en uitdrijving goed verlopen.
De keuze voor een reguliere bevalling of een keizersnede ligt in de meeste gevallen bij de zwangere vrouw en de partner. Als je kiest voor een vaginale bevalling, moet de gynaecoloog dat wel veilig achten. Is dat niet het geval, bijvoorbeeld bij een ongunstige ligging van de baby of bij een verslechtering van de harttonen, heb je geen keuze en zal er altijd een keizersnede plaatsvinden.
Stuitligging is een artikel van: Zwanger worden
The post Stuitligging appeared first on ZwangerschapsWiki.